Het ontvangen van de juiste zorg en begeleiding kan een wereld van verschil uitmaken in het herstel- en re-integratieproces. Dat blijkt wel uit het verhaal van Herman die twee keer getroffen is door een herseninfarct. Waar de eerste keer de juiste begeleiding totaal ontbrak, had hij bij de tweede keer een begripvol team van mensen om zich heen. Openhartig vertelt hij wat dit met hem heeft gedaan en hoe hij zijn ‘nieuwe ik’ steeds meer weet te accepteren. ‘Waar ik eerst een spelbepalende middenvelder was, belandde ik op de tribune. Nu zit ik op de reservebank, mag ik af en toe meedoen en kan ik plezier halen uit dat ik anderen zie spelen’, zo vertelt Herman.
Zijn eerste herseninfarct
Het is vier jaar geleden toen Herman op zijn werk zijn eerste herseninfarct kreeg. ‘Ik had letterlijk het gevoel dat ik bijna omviel. Toen ik me wat beter voelde ben ik naar huis gegaan. Ik dacht helemaal niet gelijk aan een herseninfarct. Die nacht werd ik wakker en had ik het gevoel dat mijn mond scheef hing. Al was dit niet zo. Nadat we de volgende ochtend de kinderen klaargemaakt hadden voor school, zijn we doorgereden naar de huisarts. Nog geen kwartier later lag ik in het ziekenhuis. Ik kon toen ook bijna niet meer lopen’. Twee dagen heeft Herman in het ziekenhuis gelegen. Er was niks te zien op de MRI. De neuroloog vertelde dat het een klein herseninfarct was en dat hij zelf moest kijken hoever hij zou komen.
In een gat gevallen
Zijn bedrijfsarts was destijds een voormalig cardioloog. Terwijl de neuroloog het herseninfarct had erkent, gaf zij aan dat hij geen infarct zou hebben gehad en dat hij een burn-out zou hebben. ‘Dat doet wat met je als cliënt. Je hebt al een tik gehad en je bent bezig met hoe je weer terug moet komen, hoe mensen naar je kijken en welke stappen je moet nemen. Je hebt te maken met je eigen kwetsbaarheid en dan zijn dit extra klappen in je gezicht. Ik weet dat de symptomen overeen kunnen komen, maar ik laat me geen burn-out aanpraten. Ik was zo verbaasd en gaf aan dat als zij vindt dat ik geen herseninfarct heb, ze dan maar contact op moest nemen met mijn neuroloog.’
Je bent al op zoek naar een hele veilige omgeving, en die vind je dan niet, dat maakt je nog onzekerder.
‘Mijn leidinggevende van toen kon ik niks kwalijk nemen: zij wist ook niet hoe ze met mij om moest gaan. De bedrijfsarts had eigenlijk uitleg moeten geven wat ik heb, waar er rekening mee gehouden moest worden en hoe we het konden aanpakken. Dat is totaal niet gebeurd.
Met de wijsheid van achteraf ben ik veel te snel begonnen: ik ging er gelijk vol in. Mijn leidinggevende zei ook: ‘Zie maar wat je oppakt’. Een maand nadat ik begonnen was, ben ik helemaal onderuit gegaan. Mijn batterij was compleet op. Daarna heb ik via de huisarts een revalidatietraject kunnen doen bij het revalidatiecentrum Vogellanden in Zwolle.’ Herman kreeg ergotherapie en psychomotorische therapie. Daar heeft hij veel van geleerd: ‘Naar mijzelf luisteren en hoe ik de signalen moet interpreteren. Waar ik eerst mediteren zweverig vond, is het echt een baken geworden waar ik op kan terugvallen. Het geeft me enorm veel rust en ik voel er energie door terugkomen’.
Verschil in begeleiding na het tweede infarct
De tweede herseninfarct overkwam hem in november 2020. ‘Ik voelde me weer niet goed en kon mijn kopje koffie niet meer goed vasthouden. We wisten het nu beter te herkennen, en hebben direct de huisarts gebeld. Achteraf merkte ik de dag daarvoor al, dat bij het hardlopen mijn voet een paar keer niet lekker mee kwam. Dat was al het eerste teken.’
De begeleiding vanuit het ziekenhuis was dit keer veel beter. ‘De neuroloog was veel empatischer: dat was een wereld van verschil. Zij stelde gelijk veel vragen, ik kreeg direct een fysiotherapeut naast mijn bed en had een afspraak met een verpleegkundige die gespecialiseerd was in herseninfarcten waar ik mijn vragen aan kon stellen. Ze boden ook meteen aan om met een pilot mee te doen vanuit de fysiotherapie. De neuroloog vertelde ook dat het goed was om zo snel mogelijk weer te gaan hardlopen. Doordat je sport is de impact van een herseninfarct beperkter en worden er eerder nieuwe hersencellen aangemaakt’.
Bedrijfsarts en leidinggevende
‘Na mijn eerste herseninfarct werd mijn contract bij mijn vorige werkgever niet verlengd, belandde ik bij het UWV en kreeg ik een uitkering. Na het revalidatietraject ben ik zelf gaan zoeken naar een re-integratieplek en zodoende kwam ik terecht bij Provincie Overijssel. Daar ging ik aan de slag als woordvoerder en ik kreeg een vast contract voor 25 uur. Dat was destijds mijn maximale belastbaarheid. Ik heb daar een heel empatische leidinggevende Judith die zei: ‘Herman, we gaan samen met de bedrijfsarts bespreken hoe we dit gaan doen’. De bedrijfsarts zag dat ik niet zomaar zelf moest beginnen met het oppakken van mijn werk en gaf aan dat ik iemand nodig had die met mij meedenkt en helpt met het maken van de stappen. Al na een aantal maanden kwam ik terecht bij WijDoen en heeft re-integratiecoach Paulien mij begeleid.
Re-integratietraject
Het opbouwen van zijn werk is nu veel sneller gegaan. In het begin kon hij amper 10 minuten achter de computer zitten voordat de letters begonnen te dansen en zijn focus, concentratie en energie helemaal weg waren. Zo vertelt hij: ‘Ik weet nu dat ik heel rustig moet beginnen en moet kijken hoe ik me voel en wat ik kan.
‘Mijn leidinggevende gaf me alle ruimte en vroeg helemaal niet wanneer ik weer ging beginnen. Dat was erg helpend.’
Toen Paulien erbij kwam was dat extra fijn. Met je leidinggevende heb je toch een ander gesprek, hoe begripvol diegene ook is. Je kan op een andere manier je verhaal kwijt en je wordt geholpen met dingen waar zowel ikzelf als een leidinggevende geen kennis van hebben. Al snel had ik met Paulien en mijn leidinggevende een gesprek over: waar staan we nu, waar willen we heen, wat zijn de mogelijkheden en wat juist de beperkingen? Dat was heel fijn. Ook mijn leidinggevende waardeerde dit, omdat ze er zelf ook van leert.
Paulien was een soort navigatie voor me. De rust, kennis en kunde en de ervaring van haar met mijn soort problematiek hielpen me. Ze luisterde naar mijn verhaal en gaf tips. Ook confronteerde ze me door te laten zien wat ik juist al had gedaan en waar ik sta. Dat besef is er vaak niet. Je wilt terug naar je oude niveau, terwijl dat er misschien nooit meer in zit. Zij wees mij daarop: even terugschakelen en van een afstand kijken waar ik nu sta.
‘De bevestiging die Paulien mij gaf was fijn. Voor mij gaat het niet snel genoeg, maar zij vertelde me dat ik heel goed ga.’
Prestatiedrang
Herman heeft ook een neuropsychologisch onderzoek gedaan bij aanvang van het re-integratietraject. ‘Dat was een mooie nulmeting. Wat daar onverwachts uit naar voren kwam, is faalangst. In eerste instantie herkende ik dat niet, maar ik kreeg het advies hiervoor naar een regressietherapeut te gaan. De faalangst bleek terug te leiden naar een moment dat ik op de mavo 4 had meegemaakt. Ik ontwikkelde een soort prestatiedrang, waarbij ik erg gefocust ben om te bewijzen dat ik op hoog niveau mee kan doen.
De prestatiedrang heeft me gemaakt tot wie ik ben en waar ik sta, maar in deze periode van herstel en re-integratie, moet je niet gericht zijn op presteren. Ik moet dat nu loslaten, want dat kan juist tegen me werken. Hoewel ik in eerste instantie sceptisch was over de therapie, heeft het mijn rugzak verlicht.’
Loslaten van wie ik was
‘Het loslaten van wat je ooit had is erg moeilijk en iets waar ik nog dagelijks mee te maken heb. De herseninfarcten hebben veel impact gehad, waarbij ik de toekomst moet loslaten. Je hebt daar toch een bepaald beeld van, maar dat gaat het niet meer worden. En dat is heel moeilijk. Je weet wie je eerst was, en als ik naar mijn werk kijk vind ik de politieke en bestuurlijke spanning nog steeds fantastisch.’
Spelbepalende middenvelder
Herman vertelt een mooi metafoor. ‘Ik was eerst een spelbepalende middenvelder, een soort Frenkie de Jong. Bijna alle ballen werden op mij gespeeld en ik moest beslissen welke kant die ballen uit gingen. Ik zit nu op de tribune te kijken naar het spel waar ik eerst zelf onderdeel van uitmaakte. Soms zit ik weer op de reservebank en dat is een hele stap vooruit. Ik mag af en toe 5 minuten meedoen in de wedstrijd. En die minuten bouwen zich uit, dus ik kan steeds iets meer doen’.
Heimwee
Soms heb ik ook weleens heimwee naar hoe het was voor het herseninfarct. Dan kon ik er 8 uur lang vol tegenaan, of zelfs langer. Dat lukt gewoon niet meer. Soms denk je dat je het hebt geaccepteerd en dat je in dat proces bent gegroeid. Maar af en toe word je ermee geconfronteerd dat je iets heel graag had gedaan. Mijn valkuil blijft ook dat wanneer het goed gaat, ik gelijk teveel wil doen. Je wilt gewoon weer. Laatst stelde ik bijvoorbeeld op mijn werk voor om een taak op te pakken. Mijn leidinggevende zei toen: ‘Het is een goed teken dat je dit zegt en dat je het wilt, maar we gaan het niet doen. We gaan eerst zorgen dat je zelf op een goede plek terecht komt’. Ik accepteerde het dat ze dat zei. Het is mooi dat mensen om mij heen, mij in de gaten houden.
Accepteren wie je nu bent
Je hebt hoop en angst en daar moet je balans in vinden. Uiteindelijk gaat de angst steeds meer naar de achtergrond toe en ik merk dat de hoop en realiteit meer naar voren komen. Het is een heel fijn gevoel dat de angst er minder is. Het is een proces dat je doorgaat en daarbij helpen de mensen die mij goed begeleiden en mijn warme thuissituatie. De geruststelling van mijn leidinggevende Judith heeft ook erg bijgedragen in mijn acceptatieproces. Zij zei: ‘Wat er ook gebeurt, je blijft bij mij in het team’.
Het moeilijkst vind ik te accepteren dat ik mijn baan niet meer kan uitvoeren zoals ik dat ooit heb gedaan. De realisatie daalt in dat je identiteit meer is dan alleen het werk dat je doet. Het besef dat werk niet alles is, maar dat juist je gezin thuis en je directe omgeving het allerbelangrijkste is, heeft me geholpen. Als je accepteert wie je bent, kun je ook makkelijker accepteren dat je niet meer 40 uur werkt en niet meer die middenvelder bent. Maar dat je ook plezier en voldoening kunt halen als je op de reservebank zit. Ik kan er nu mee leven dat het misschien niet meer terug komt.
Werk geeft ook invulling in je leven, zoals de sociale contacten, dingen doen die je leuk vindt en waardering krijgen voor iets dat je doet. Ik kan het op onderdelen nog wel. In plaats van het werk als woordvoerder, zie ik dat een rol als adviseur op de achtergrond nu beter bij mij past. Sinds vorige week heb ik in overleg met de bedrijfsarts mijn uren weer uitgebreid naar 4 uur per dag, 5 dagen in de week. Hierdoor zit ik bijna weer op mijn oude niveau van 25 uur.
Zoals Darwin zei: ‘Het is niet de survival van de sterkste, maar van diegene die zich het beste aanpast’. En dat doe ik.’
Hermans bedrijfsarts Godelieve Vrijhof heeft onlangs bij ons in de podcast ‘Ongezien’ verteld over haar werk. De podcast ‘De mens achter de patiënt’ kun je hier beluisteren.