Overprikkeling door niet-aangeboren hersenletsel

Tram, fietser, autotoeter, fel licht, veel mensen, sirenes, het tikken van het stoplicht bij het zebrapad, warmte, drukke bewegingen. Een voorbeeld uit even vijf minuten naar de winkel fietsen, voor iemand met overprikkelingsklachten. Veel van onze cliënten met NAH ervaren overprikkelingsklachten. Hun wereld werd ineens heel klein. Na de lockdown zijn de versoepelingen voor vele mensen een verademing, dit gaat echter niet op voor mensen met overprikkelingsklachten. Zij blijven non-stop in een lockdown. De term overprikkeling wordt steeds bekender, maar het blijft voor velen moeilijk voor te stellen hoe het is om last van overprikkeling te hebben. Wat zijn prikkels eigenlijk en hoe worden die normaal gesproken verwerkt? Wat is overprikkeling en hoe wordt overprikkeling dan veroorzaakt? Wat heeft dit voor gevolgen? En niet onbelangrijk: wat kun je ertegen doen?

Inhoudsopgave

Wat zijn prikkels eigenlijk en hoe worden die gewoonlijk verwerkt?

We kunnen prikkels zien als kleine stukjes informatie die door onze zintuigen worden opgevangen. Namelijk door zien, horen, ruiken, proeven, voelen, en het evenwicht. Met die zintuigen staan wij in contact met de buitenwereld. Prikkels worden eerst opgepikt door die zintuigen en vervolgens doorgegeven aan de hersenen. We nemen dus waar met de hersenen. De hersenen bepalen welke van deze stukjes informatie verder worden verwerkt en welke uiteindelijk in ons bewustzijn komen. Voor elk van die zintuigen zijn er aparte hersengebieden waarin die stukjes informatie worden verwerkt. De communicatie tussen die hersengebieden (via verbindingen) is belangrijk voor het zo goed mogelijk omgaan met alle prikkels uit de omgeving. Deze verbindingen (de witte stof banen) zijn als het ware snelwegen. Al die prikkels verplaatsen zich als auto’s over die vijfbaans snelwegen van A naar B. Wanneer wij ons in een drukke omgeving bevinden, kunnen er te veel prikkels zijn die zich over die snelwegen willen verplaatsen. Waardoor er een soort file van prikkels kan ontstaan.

We worden dagelijks overspoeld door prikkels uit onze buitenwereld. De hersenen streven ernaar om zo efficiënt mogelijk om te gaan met prikkels uit de buitenwereld, omdat het veel energie kost om deze prikkels te verwerken. Zo hoeft alleen gereageerd te worden op prikkels die laten blijken dat er iets nieuws is, iets onvoorspelbaars of dat er potentieel gevaar is. Als hersenen namelijk met alle omgevingsprikkels om moeten gaan, dan kost dat veel te veel energie.

De hersenen hebben verschillende mechanismes om zo efficiënt mogelijk met de prikkels uit de buitenwereld om te gaan. Eén daarvan is de koppeling van de informatie binnengekregen uit onze zintuigen. Om betekenis te kunnen geven aan de informatie uit de buitenwereld, is het belangrijk dat we zintuiglijke prikkels van dezelfde plek en hetzelfde moment in tijd combineren. Zo kunnen we bijvoorbeeld een bepaald geluid horen, een bepaalde vorm zien, en geur waarnemen en ons daaruit realiseren dat er een paard voor ons staat. Dat heet multi-sensorische integratie. Dit is belangrijk omdat dit onze omgang met de buitenwereld een stuk efficiënter maakt. De uitkomst in ons brein is meer dan de som der delen (prikkels). Dat maakt dat we veel sneller en beter met onze omgeving kunnen interacteren.

Een ander mechanisme is dat onze aandacht als filter wordt gebruikt. Aandacht is een van onze belangrijkste denkfuncties die we nodig hebben om te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Aandacht bestaat uit verschillende componenten. Een daarvan is de selectieve aandacht. Dat is het vermogen om onze aandacht te richten op alleen de relevante zaken en de onbelangrijke en voorspelbare zaken eruit te filteren. Daarom hoor je een klok in het begin tikken, maar na verloop van tijd niet meer, omdat je aandacht het geluid als bekend en voorspelbaar geluid eruit filtert.
Nog een ander efficiëntiemechanisme is dat de aandacht als zoeklicht wordt gebruikt. We kunnen afhankelijk van de taak die we uit moeten voeren onze ‘aandachtspotlight’ groter of kleiner maken, afgestemd om de juiste hoeveelheid relevante informatie te verwerken. Om zo details te verwerken of globaal te kijken en overzicht te bewaren.

Wat is overprikkeling en waarom hebben mensen met hersenletsel vaker last overprikkeling?

Overprikkelingsklachten en vermoeidheid zijn de meest voorkomende klachten bij mensen met hersenletsel. Overigens komt overprikkeling naast hersenletsel ook bij andere aandoeningen voor, zoals in autisme, AD(H)D, depressie, migraine of een burn-out. Maar het komt ook voor bij gezonde mensen als persoonlijkheidskenmerk, zoals bij hoog Sensitieve Personen (HSP).

Overprikkeling is een uitputtende toestand die ontstaat als er meer zintuiglijke, cognitieve en emotionele stukjes informatie (prikkels) worden ontvangen dan de hersenen kunnen verwerken. Deze prikkels worden namelijk niet goed door de hersenen verwerkt. Overprikkeling is in wezen een blijk van een inefficiënt brein. Er wordt een efficiëntieslag in het verwerken van alles om ons heen gemist. In het geval van hersenletsel kunnen er meerdere oorzaken zijn voor overprikkeling. Deze maken dat de prikkeldrempel lager is geworden. Je raakt sneller in een overprikkelende staat en kunt activiteiten daardoor minder lang volhouden.

Een brein kan dus overprikkeld raken omdat de eerder besproken mechanismes, die ons brein helpen efficiënt prikkels te verwerken, aangetast kunnen zijn door hersenletsel.
Het hersenletsel kan zo fors zijn dat die vijfbaans snelweg, waarover de prikkels normaliter efficiënt van A naar B gaan, nu tijdelijk of langere tijd niet beschikbaar is door schade aan het brein, zoals aan de witte stof banen. Dan moet die informatie over alternatieve wegen gaan. Dat zijn b of c wegen die misschien maar 1 tot 3 banen hebben, of in sommige gevallen zelfs via een landweggetje.

Je kunt je voorstellen dat het veel langer duurt om informatie dan van A naar B te krijgen. Er zit daarom vaak bij mensen met hersenletsel een vertraging in de verwerking van informatie. Mensen worden er ook langzamer van; het duurt langer voordat er overzicht over een situatie is, gesprekken worden daardoor minder goed gevolgd en er worden überhaupt meer details gemist. Als die informatie er langer over doet om verwerkt te worden, worden we uiteindelijk overspoeld door prikkels. De volgende informatie staat namelijk alweer klaar om verwerkt te worden. Zo ontstaat er een steeds grotere opstapeling. Prikkels blijven dan langer in de hersenen en zijn dus langer bezig met de verwerking. Het brein raakt overprikkeld en vermoeid.

Zo kan het ook zijn dat zintuiglijke informatie niet meer wordt gekoppeld omdat bepaalde gebieden, die bij de zintuiglijke integratie betrokken zijn, of de communicatiebanen, beschadigd zijn geraakt door het hersenletsel. Dat betekent dat het brein ook niet het voordeel heeft om snel conclusies te trekken van maar een paar stukjes informatie. Het kan ook zijn dat als het samenvoegen van bij elkaar horende informatie misgaat, dat je daardoor drie prikkels ervaart in plaats van één. De prikkels blijven uit losse prikkels bestaan, en nemen meer ruimte in je werkgeheugen in. De prikkels stapelen op, dit zou kunnen leiden tot overprikkeling. Je werkgeheugen heeft bovendien maar een beperkte capaciteit; als deze prikkels meer ruimte innemen blijft er minder ruimte over voor andere prikkels. En zal je dus minder informatie tegelijk kunnen verwerken en eventueel opslaan in het geheugen.

Als je aandachtfilter door hersenletsel niet meer goed werkt, dan komen er te veel prikkels door die allemaal verwerkt moeten worden. Deze komen allemaal op hetzelfde niveau binnen, waardoor je hoofdzaken niet meer van bijzaken kan scheiden. Je moet je aandacht dan verdelen over belangrijke dingen (zoals een gesprek) en onbelangrijke dingen (zoals achtergrondmuziek). Dat gaat ten koste van je functioneren en zorgt voor overprikkeling. Je raakt non-stop afgeleid door onbelangrijke prikkels.

Het zoeklicht van aandacht kan beperkt zijn door hersenletsel. Als mensen hun aandacht verbreden om een situatie te overzien, dan komen er meer prikkels binnen. En kunnen zij de selectie tussen de belangrijke en minder belangrijke prikkels minder goed maken. Een voorbeeld: in een verkeerssituatie komt er teveel informatie op je af waardoor je niet snel genoeg kunt inschatten of je bijvoorbeeld kunt oversteken of snel genoeg een juiste verkeersinschatting kunt maken.

Het kan heel goed zijn dat mensen overprikkeld raken door een combinatie van bovenstaande factoren. Dat is ook afhankelijk van waar het hersenletsel zit; welke hersengebieden functioneren minder goed. Zo kan het zijn dat er zowel een beperking in de snelheid van informatieverwerking is, als in de filterfunctie. De individuele verschillen hangen bovendien ook af van je individuele persoonskenmerken die jij al voor je hersenletsel had. Als je altijd al sneller afgeleid was, dan zal dat nog meer kunnen verslechteren door het hersenletsel. Er zijn nog meer mogelijke oorzaken voor overprikkeling. Nieuwe onderzoeken moeten verder duidelijkheid brengen over de oorzaken van overprikkeling.

Wat voor klachten ervaren mensen als gevolg van overprikkeling?

Overprikkeling uit zich voornamelijk door vermoeidheid, hoofdpijn, stress, verminderde concentratie, slaapproblemen, onrust en het overlopen van emoties (erg prikkelbaar of emotioneel worden). Elk type zintuig kan overprikkeld raken. Geluid of licht kan nu veel heftiger binnenkomen. Je hoeft niet per se van elk type zintuig overprikkeling te ervaren.

Als je prikkels niet kunt onderdrukken zorgt dat non-stop voor een informatie overload. Mensen ervaren daardoor vaak geen overzicht meer. En raken daar snel uitgeput van. Iets wat ze de hele dag door kunnen ervaren. Wanneer mensen vermoeid zijn, kunnen ze nog moeilijker prikkels filteren en onderdrukken en gaat het stapelen. Bovendien kosten dagelijkse taken waarbij je je moet concentreren of je wat moet onthouden nog meer energie. Een neerwaartse spiraal. Bij sommige mensen leidt overprikkeling zelfs tot koorts, overgeven, tijdelijke uitvalsverschijnselen of een epileptische aanval.

Mensen met hersenletsel kunnen pas achteraf merken dat ze te ver over hun grenzen zijn gegaan en dan overprikkeld zijn. Je kunt dan zelfs door adrenaline een soort hyperstaat bereiken, waarin je maar door kunt gaan. Dat komt omdat je op dat moment, soms door de adrenaline, je grens totaal niet voelt. Je voelt pas dat je leeg bent gelopen als je rustig gaat zitten daarna (en je adrenalinelevel gaat dalen). Als je even niets meer doet, ben je namelijk niet meer afgeleid. Je krijgt dan de kans om daadwerkelijk te voelen hoe het met je gaat. Als je geen aandacht hieraan geeft, voel je niet hoe het met je gaat.

Hoe beperkt overprikkeling je leven?

Overprikkeling raakt je leven op verschillende levensgebieden. Mensen die last hebben van overprikkeling kunnen niet zomaar meer alle dagelijkse activiteiten doen die een gemiddeld persoon kan doen en die zij eventueel gewend waren om te doen. Iemand lijkt aan de buitenkant nog hetzelfde, maar activiteiten zoals werken, een gezin runnen, het huishouden, boodschappen doen, uit eten/naar een concert gaan, of een verjaardag, lukken niet meer. Dit houden ze maar kort vol. Laat staan dat alleen het reizen ergens naartoe (per auto, fiets of OV) al overprikkeling kan veroorzaken. Als ze wel besluiten om deze activiteiten te ondernemen, moeten ze de dag(en) ervoor of erna niets doen. Je kunt je voorstellen dat bij ernstige overprikkeling mensen nauwelijks buiten de deur meer komen en daardoor in een ernstig sociaal isolement kunnen raken, zonder hoop of zicht op verbetering. Hun wereld wordt ineens heel klein.

Kan overprikkeling behandeld worden?

Overprikkeling is dus blijk van een inefficiënt brein. Om overprikkeling eventueel te kunnen behandelen moet de oorzaak eerst bekend zijn. Voor verschillende mensen zullen er verschillende oorzaken zijn, dat mede af zal hangen van het type hersenletsel. Als de oorzaak in een beperking van de aandachtfunctie zit, kan de aandacht eventueel getraind worden.

Hoe om te gaan met overprikkeling

Als je overprikkeld bent, kunnen anderen vaak niet voorstellen hoe dat voor jou is. De enige die daar zorg voor kan dragen ben jij zelf. Het is dus belangrijk bij jezelf na te gaan hoe je voor jezelf overprikkeling kunt voorkomen en wat je kunt doen wanneer je overprikkeld bent. Welke strategie voor jou het beste werkt is een kwestie van proberen.

Mogelijke strategieën om overprikkeling te voorkomen:

  • Maak een goede dagindeling. Zorg ervoor dat je niet te veel op een dag plant. Doseer je energie. Of maak zelfs een weekschema, zodat je meer overzicht hebt over je energiebalans. Wissel je taken af. Zo voorkom je ook dat je vermoeid raakt, dat werkt namelijk overprikkeling weer in de hand.
  • Plan bewust voldoende ontspannende activiteiten in je week in. Deze kun je inzetten als je licht vermoeid bent of als pauze en helpen je om je batterij op tijd weer bij te laden.
  • Vermijd stress en leer omgaan met je gevoel voor tijdsdruk. Plan voldoende tijd tussen activiteiten.
  • Deel met je omgeving dat je last van overprikkeling kan hebben. Als je weet wat voor jou helpt om overprikkeling te voorkomen, kunnen zij je hierbij helpen. Maak bespreekbaar hoe je je voelt.
  • Ontmoet mensen op een rustige plek. Bijvoorbeeld bij jou thuis of wellicht in de natuur.
  • Doe je boodschappen in de ochtend, want dan is de winkel meestal rustig.
  • Kook aan het eind van een (intensieve) werkdag liever geen ingewikkelde maaltijd, of laat anders je partner koken.
  • Ga op tijd van je beeldscherm weg (je computerscherm, maar ook telefoon of tv). Houd pauzes in ieder geval na elke 45 minuten tot uur, voor minimaal 10 minuten. Mogelijk zelfs eerder indien nodig. Zet eventueel een wekker om jezelf hieraan te herinneren.
  • Neem tussen activiteiten door, wanneer je merkt al wat gespannen te zijn, tijd voor 5 minuten ademoefeningen om te ont stressen en je bewust te worden van wat je lichaam op dat moment nodig heeft.
  • Probeer eens een noice-cancellation koptelefoon op je werkplek. Met name wanneer je werkzaam bent in een kantoortuin. Het gebruik hiervan bevordert dat je aan het einde van de werkdag meer energie overhoudt.
  • In bovenstaande tekst ging het meestal over prikkels van buiten. Maar we hebben ook prikkels vanbinnen: dat zijn onze gedachten. Als we blijven hangen in bepaalde gedachten dan kan dat ook leiden tot overprikkeling. Stop daarom ook met het blijven overdenken van zaken. Ook frustratie is een interne prikkel. Doseer dus zowel je externe als interne prikkels.

Mogelijke strategieën wanneer je overprikkeld bent:

  • Ontspanningsmeditatie/mindfulness helpt om te ontprikkelen. Als je mediteert kan langzaam de ‘sneeuw’ zakken van de prikkelruis die je ervaart. Meditatie helpt ook omdat het een aandachttraining is. Het kan helpen een van de oorzaken van overprikkeling te verbeteren.
  • Je ogen sluiten, even gaan liggen (niet per se slapen)
  • Luister naar je lichaam wat jij op dat moment nodig hebt als je overprikkeld bent. Geef daaraan toe.
  • Maak voor jezelf een lijstje met wat voor jou ontprikkelende activiteiten zijn. Let op: dit kunnen andere activiteiten zijn dan ontspannende activiteiten. Je wilt deze al in kaart hebben gebracht zodat je niet meer hoeft te bedenken wat je moet doen op het moment als je al overprikkeld bent.
  • Houd moed, ook al ben je overprikkeld als je gaat rusten. Het gaat weer over.

Door trial en error leer je waar je grenzen liggen. Dat is een nieuwe vaardigheid. Zodra je beter weet waar jij snel overprikkeld van raakt, zul je daar in het vervolg ook rekening mee houden.
Het is overigens niet erg als je wel prikkels toelaat. Zorg dat je dingen blijft doen die belangrijk voor je zijn, zoals goede vrienden of familie zien, sport, hobby’s of persoonlijke hygiëne onderhouden. Creëer echter dan ook voldoende rust daarvoor en daarna.

Bovendien moet je je zelf niet helemaal van prikkels weghouden, omdat je brein ook een mate van prikkels nodig heeft. Zelfs door gedoseerd de prikkels op te zoeken help je je brein te herstellen en trainen. Zodat je ook steeds meer prikkels aan kunt. Door te trainen of soms meer rust te nemen, leer je te ontdekken wanneer je meer prikkels aan kunt en of je belastbaarheid toeneemt.

Re-integreren met NAH

Bij het re-integreren met NAH is het volgende van belang:

  • Vindt eerst een goede balans in de thuissituatie. Wanneer iemand zo goed mogelijk met de nieuwe situatie leert omgaan, zal dit uiteindelijk ook het re-integreren bevorderen.
  • Er is geen eenduidig moment waarop de re-integratie gestart wordt, echter is het van belang om dit rustig op te bouwen. Het brein en het lichaam moet weer wennen aan de activiteiten, waarbij dit het beste werkt met kleine stappen.
  • Re-integratie is een proces trial and error. Door het rustig op te bouwen is het makkelijker om direct te achterhalen wat te veel of te lastig is geweest, om hier vervolgens weer op te kunnen anticiperen.
  • Maak duidelijke afspraken met de werkgever, waar jij jezelf ook goed bij voelt. Mensen met hersenletsel kunnen onbegrepen worden of sneller druk ervaren. Dit kan uiteindelijk weer ten koste gaan van de energie die er nodig is voor de werkhervatting.

Succesvol re-integreren is dus niet alleen afhankelijk van de ernst van het letsel, maar ook de manier waarop het wordt gedaan. WijDoen is gespecialiseerd in re-integreren met mensen met NAH en kan helpen! Op basis van onderzoek door middel van een neuropsychologische intake of neuropsychologisch onderzoek wordt er in kaart gebracht wat de gevolgen/beperkingen zijn, om vervolgens samen met de coach naar mogelijkheden te kunnen kijken.

U bevindt zich hier:

Re-integreren ...

klik voor meer informatie

Blijf op de hoogte van onze laatste ontwikkelingen via onze LinkedIn pagina

Postbus 30115

8003 CC Zwolle

Op de hoogte blijven van ontwikkelingen? Ontvang onze nieuwsbrief.

Website Development by Nomad Cartel

Wij zijn benieuwd wie onze site bezoekt

Volledig anoniem, helpt u ons hier ontzettend mee. Alvast onze dank.