Home » Kennisbank » Niet Aangeboren Hersenletsel » Zorgprofessionals
Als zorgprofessional omgaan met iemand met NAH
Als zorgprofessional kun je betrokken zijn bij iemand met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Of je vermoedt dat er bij jouw cliënten/patiënten mogelijk sprake is van NAH. Niet-aangeboren hersenletsel kan complex zijn, waarbij het niet altijd even makkelijk te herkennen is. Tevens verloopt het zorg- en re-integratietraject bij iedereen anders.
Inhoudsopgave
Als zorgprofessional klachten als NAH tijdig herkennen
Typisch eerste verschijnselen van een herseninfarct of hersenbloeding zijn uitval aan één zijde van het lijf. Dit is echter lang niet altijd het geval. Veel klachten en veranderingen zijn minder herkenbaar. Denk hierbij aan vermoeidheid, vergeetachtigheid, en hoofdpijn. De gevolgen van NAH zijn uiteenlopend, en vaak onzichtbaar. Dit maakt ze moeilijker te herkennen, mogelijk ook voor jou als zorgprofessional. Lees hier meer over de gevolgen van NAH.
Daarnaast is NAH in sommige gevallen niet (meer) terug te zien op een hersenscan, bijvoorbeeld na een hersenschudding of TIA. Maar ook bij een herseninfarct kan dit het geval zijn. Hoe kun je NAH dan toch tijdig herkennen?
- Ga na of er een bepaald moment is geweest wanneer de klachten plotseling zijn ontstaan. Bij NAH wordt er gesproken over een breuk in de levenslijn, waarbij er door één (soms meerdere) impact gevolgen zijn ontstaan.
- Houdt rekening met “vage” klachten die vaak voorkomen na NAH: vermoeidheid, hoofdpijn, zichtproblemen, overprikkeling, duizeligheid etc.
Als zorgprofessional chronische/lange termijn klachten van NAH herkennen
Zoals benoemd zijn typische kenmerken van iemand met NAH vaak de lichamelijke beperkingen. Iemand kan minder kracht hebben in zijn ledematen of kan deze zelfs helemaal niet meer bewegen. Na de revalidatie wordt duidelijk of herstel van het lichamelijk functioneren vooruit is gegaan of niet, en of er dus langdurige beperkingen zijn. Voor de veranderingen die niet aan de buitenkant te zien zijn is dit echter lastiger. Informeer je cliënt/patiënt daarom goed over de mogelijke chronische/lange termijn klachten van NAH. Daarnaast is het belangrijk om daar zelf ook rekening mee te houden, waarbij de volgende gevolgen het meest voorkomend zijn:
- Een beperkte belastbaarheid: na NAH kan er minder energie zijn om over de dag te verdelen, en de energie raakt na inspanning sneller op.
- Prikkelgevoeligheid: na NAH kan er prikkelgevoeligheid zijn voor geluid, licht en tast. Houdt rekening met een prikkelarme ruimte als de focus op het gesprek of oefening ligt.
- Cognitieve veranderingen: vergeetachtigheid, mentale traagheid, aandachtsproblemen etc. Wees oplettend dat je cliënt/patiënt niet alles kan volgen, en ondersteun daarbij.
De juiste benadering van iemand met NAH
Over het algemeen is de juiste benadering bij iedereen anders, echter is het belangrijk om rekening te houden met de eerder genoemde lange termijn gevolgen na NAH. Hierbij volgen enkele tips:
- Biedt niet te veel informatie in één keer aan
- Biedt informatie niet te snel aan. Spreek met een rustig tempo.
- Na afasie kan communiceren moeizaam gaan. Spreek de cliënt/patiënt niet kinderlijk aan, maar maak gebruik van ondersteuning. Spreek in korte zinnen, schrijf informatie erbij op, of maak gebruik van plaatjes.
Betrokken partijen bij iemand met NAH
De betrokken partijen zijn lang niet bij iedereen hetzelfde. Zo komt de één alleen bij de huisarts, en volgt de ander een volledig revalidatietraject. Daarom is het juist belangrijk om te ontdekken of iemand met NAH wel de juiste zorg heeft gekregen. Wanneer de huisarts en een neuroloog betrokken zijn geweest, kan iemand worden doorverwezen voor revalidatie. In dit geval is er een revalidatiearts betrokken die overzicht houdt over het traject. Wanneer iemand nog geen revalidatie heeft gehad, en dit later wel nog wenselijk lijkt te zijn, moet er in eerste instantie weer contact opgenomen worden met de huisarts die hoogstwaarschijnlijk een doorverwijzing geeft naar de neuroloog of direct naar een revalidatiearts.
Naast revalidatie wordt er soms ook gekozen voor therapieën in de eerste lijn: fysiotherapie, ergotherapie, manueel therapeut etc. Anders dan tijdens de revalidatie is het niet vanzelfsprekend dat deze partijen dan samenwerken.
Na de revalidatie is er mogelijk nog meer behoefte aan ondersteuning, bijvoorbeeld een ambulant begeleider of psycholoog. Daarnaast zijn er ook vervolgbehandelingen zoals het Hersenz programma.
Het proces van re-integratie van iemand met NAH
Bij een re-integratieproces is er sprake van wet- en regelgeving waar zowel de werkgever als de cliënt aan moet voldoen. Lees hier meer over de Wet verbetering Poortwachter.
Daarnaast zal er uiteindelijk een keuring moeten plaatsvinden voor een arbeidsgeschiktheidspercentage. Lees hier meer over de WIA.
Inhoudelijk ziet het re-integratieproces voor iedereen met NAH er anders uit. Lees hier over weer werken met NAH.
Re-integratieondersteuning
Wanneer je zelf merkt dat jouw cliënt het re-integreren niet zelfstandig kan, schakel dan in overleg re-integratieondersteuning in. WijDoen kan helpen.
U bevindt zich hier:
Home » Kennisbank » Niet Aangeboren Hersenletsel » Zorgprofessionals
Re-integreren ...
Blijf op de hoogte van onze laatste ontwikkelingen via onze LinkedIn pagina
WijDoen
NAH en chronische pijn
Stress en burn-out
Onderzoek en advies
Op de hoogte blijven van ontwikkelingen? Ontvang onze nieuwsbrief.
Verander uw cookie voorkeuren hier.
Website Development by Nomad Cartel