Inmiddels heeft iedereen in meer of mindere mate ervaren wat de lockdown met je doet. Gelukkig gaat de wereld langzaam aan weer wat open en is er meer ruimte en (bewegings)vrijheid. Toch is dit een permanente staat van leven voor veel mensen met een chronische/ingrijpende aandoening. Daar gaat deze blog over. Want hoe is dat om jarenlang in een lockdown te zitten, wat kom je tegen en hoe ga je daar mee om?
Afgezonderd
‘Daar zat ik dan. Van een sociaal en levenslustig mens die vrij was om te gaan en te staan waar ze wilde, naar een leven in afzondering. In de greep gehouden door overprikkeling en extreme vermoeidheid was mijn huis, mijn wereld geworden. Een leefomgeving die op allerlei manieren kleiner werd: ik was heel veel thuis, kon weinig activiteiten doen, sociale contacten namen drastisch af en ik kon niet meer werken. Het lukte zelfs niet langer dan een half uur in de auto zitten, waardoor ook op die manier de reikwijdte van mijn bestaan erg verkleinde. Ook als ik buiten was moest ik mij afzonderen. Aan een pet, zonnebril en een noise cancelling koptelefoon was ik te herkennen. In een afgesloten bubbel de supermarkt doorgaan was het uitje op mijn dag.
Elke dag de uren aftellen voordat mijn vriend thuiskwam uit zijn werk
Ik kan het me nog goed herinneren van toen ik net thuis kwam te zitten. Elke dag de uren aftellen voordat mijn vriend thuiskwam uit zijn werk. Vreselijk vond ik het om ineens zoveel alleen te zijn. Onder de mensen voelde ik me als een vis in het water. Het contact, de verbinding en de gezelligheid: dat gaf mijn leven kleur. Tot ik ineens tegen veel sociale activiteiten niet meer kon: het was topsport en het putte mij uit. Het ‘alleen zijn’ was een grote worsteling. Door het gebrek aan afleiding, werd ik geconfronteerd met alle gevoelens die in mij waren: de onzekerheid, de pijn, de zwaarte, de eenzaamheid. Maar ik kon er niet voor weglopen. Mede door het gebrek aan prikkels en de daaruit voortkomende verveling, kwam ik tegen wat er zich in de krochten van mijn geest afspeelde. Het was al een uitdaging op zich om dat beest te temmen. Afzondering kan rare dingen met je doen, kwam ik achter. Ik bestond, maar leefde niet.
Emotioneel zelfvoorzienend zijn
Dat bracht ook de uitdaging met zich mee om het goed te hebben met mezelf en ik merkte op dat wij eigenlijk niet zulke beste vrienden waren. Ik vond dat ik van alles moest doen en vooral door moest gaan en zei eerder een ‘ja’ tegen een ander, ook al was dat een ‘nee’ naar mijzelf. Gek genoeg vond ik het lastig mijzelf echt serieus te nemen, doordat een aantal jaren de oorzaak van mijn klachten niet boven tafel kwam. Aangezien de houdbaarheidsdatum daarvan vrij beperkt is en ik continu tegen de lamp liep, leerde ik steeds meer om de strengheid om te zetten naar lieve en zachte woorden naar mijzelf: ‘ik ga even lekker liggen’ of ‘ik hoef even helemaal niks’. Ik begon steeds meer naar mijzelf te luisteren en mijn grenzen te respecteren.
Ik begon steeds meer naar mijzelf te luisteren en mijn grenzen te respecteren
Het gevoel van eenzaamheid kwam naar voren door de afzondering, maar ook doordat niemand écht kon begrijpen wat ik doormaakte. Wat naast de 24/7 aanwezigheid van klachten, ook een hele emotionele rollercoaster inhield. Waar ik eerst steun, begrip, geruststelling en een luisterend oor bij een ander ‘haalde’, moest ik het nu bij mijzelf gaan zoeken. Ik moest tegelijkertijd de arm om mijzelf heen zijn en mij de troostende woorden geven als ik die nodig had. Hoewel die bron eerst nog schaars was om uit te putten, groeide die door de zachtheid steeds meer. Naarmate ik mijzelf steeds meer kon geven wat ik nodig had, voelde dat ook sterk. Ik werd emotioneel steeds meer zelfvoorzienend en dat geeft ook een bepaalde kracht. Hoe donker het gat ook was waar ik mij soms in bevond, ik had ook altijd de hand in mij die ik naar mijzelf kon uitreiken.
Ik werd mijn eigen rots in de branding.’
Inge Woutersen
Lees hier meer over chronische klachten